Dick's Humanistic Neuro
Linguistic Programming

Communicatie

Filters

Om nog een stapje verder te gaan is ook de manier waarop een externe gebeurtenis (informatie) verwerkt wordt per persoon verschillend. De externe gebeurtenis (informatie) kan tot ons komen als een plaatje/filmpje (visueel), als een geluid (auditief), als een geur (ruiken), als een gevoel (kinesthetisch), als een smaak (proeven) of wat we tegen onszelf zeggen (auditief digitaal). Deze externe gebeurtenis (informatie) kan natuurlijk ook voorkomen in een combinatie van een, twee of alle overtuigings kanalen.

  • Beelden (Visueel)
  • Horen (Auditief)
  • Gevoel (Kinesthetisch)
  • Ruiken (Olfactorisch)
  • Proeven (Gustatorisch)
  • Zelfspraak (Auditief-Digitaal)

De extrene gebeurtenis (informatie) wordt verwerkt tot een interne representatie. Dit gebeurd met onze interne dialoog (auditief-digitaal) ook al ben je je er niet van bewust. De hoeveelheid informatie die aangeboden wordt van alle sensor systemen (oren, ogen, huid, tong,..) is ongeveer 2.000.000 bits per seconde terwijl ons brein ongeveer 134 bits per seconde kan verwerken.

Deze informatie wordt verwerkt tot een interne representatie van 7+/- 2 informatie chuncks. Om deze hoeveelheid aangeboden informatie te kunnen verwerken moet er veel weggelaten, vervormd of gegeneraliseerd worden.

Een ieder filtert de informatie die ontvangen wordt op zijn of haar eigen wijze. Deze filters zijn het "gevolg" van wat je allemaal hebt meegemaakt gedurende je leven tezamen met het onvermogen om alle informatie te verwerken. De filters zijn onder te verdelen in:

  • Weglaten
  • Vervormen
  • Generaliseren

Weglaten

Weg laten is noodzakelijk want we zijn niet in staat alles te verwerken wat we met onze ogen, oren, huid, tong, gevoel, ... waarnemen. Denk bijvoorbeeld eens aan het verkeer waar er zo veel externe gebeurtenissen zijn die niet belangrijk zijn voor je taak van dit moment, namelijk het veleig van huis naar je werk komen.. Het is helemaal niet belangrijk voor deze taak om te weten wat de kleur van de lantaarnpaal is. Laat meerdere personen dezelfde externe gebeurtenis (informatie) meemaken en een ieder heeft er iets anders uit gehaald. We nemen alleen waar wat we op dat moment belangrijk vinden.

Het weglaten kan gedemonstreerd worden met een voorbeeld. Vraag aan iemand uit je omgeving eens rond te kijken in een kamer naar alle rode voorwerpen, met het doel om deze later op te noemen. Doe dit ongeveer 1 minuut en laat dan nadat de persoon zijn ogen gesloten heeft hem/haar alle blauwe voorwerpen noemen. De persoon kan nu wel alle rode voorwerpen noemen maar heel weinig blauwe want die zijn "Weggelaten".  Als persoon zijn we in staat alleen die informatie tot ons te nemen die "relevant" voor ons is.

Vervormen

Met vervormen verander je de informatie in iets anders, kleiner, groter,.... Wie kent niet het verhaal van de man die zooo'n grote vis gevangen heeft. In zijn gedachte is die vis waarschijnlijk ook zo groot maar de werkelijkheid is anders. Vervormen is informatie er aan toevoegen zonder dat het waar hoeft te zijn. Een bekend spreekwoord is "door een roze bril kijken". Hierbij ziet de wereld er gekleurd uit terwijl de feiten anders  zijn.

Generaliseren

Generalisaties zijn het herkennen van al bekende dingen om niet alles te hoeven verwerken. Hiermee kun je als je weet wat bijvoorbeeld een stoel is alle stoelen herkennen zodat je dat niet voor iedere stoel hoeft te doen.

Generalisaties maken het je mogelijk om verschillende types auto's te rijden want het principe van auto rijden is hetzelfde.  Generaliseren helpt ook om vergelijkbare dingen snel aan te leren als iets er veel op lijkt. Maar als het er wel op lijkt maar totaal anders werkt geeft dit dan een verassing want je moet iets anders doen. Het generaliseren heeft natuurlijk ook nadelen want de generalisatie dat je bang voor honden bent kan komen door een vervelende ervaring met een hond. Generalisaties zijn ook de conclusies die je trekt op basis van gelijksoortige ervaringen en ze dan toepast. Een spreekwoord dat hierbij past is "Het wiel niet opnieuw hoeven uit te vinden". Deze generalisatie bepalen ook je verwachtingen van wat er gaat gebeuren omdat dit gebaseerd is op je ervaringen uit het verleden.

Het weglaten, vervormen en genaraliseren wordt gestuurd door de filters die we hebben. Als een resultaat zullen we per persoon verschillend reageren op de extrene gebeurtenissen (prikkels) die worden aangeboden.

Filteren

Filters zeggen iets over hoe je de informatie verwerkt maar niets over de hoe de vervorming, weglating of generalisaties tot stand komen.

Deze filters zijn gebaseerd op wat er in het verleden "geleerd" is. Denk hierbij aan:

  • Herinneringen
  • Beslissingen
  • Metaprogramma's (persoonlijkheids profiel)
  • Waarde en overtuigingen
  • Attitude

Herinneringen

Herinneringen zijn de "feiten" die je geleerd hebt in het verleden. Als je iets tegenkomt zal dat vergeleken worden met die herinnering. Als alle narcissen geel zijn en je komt in een keer een zwart met blauwe narcis tegen zal dat een actie teweegbrengen varieerent van dit klopt niet of  er bestaan ook zwart met blauwe narcissen. Herinneringen kunnen dus je heden en toekomst beinvloeden. Aan herinneringen zitten misschien emoties aan vast waardoor er in vergelijkbare situaties emoties naar boven kunnen komen gekoppeld aan bijvoorbeeld een naam, kleur of een geur. Hierbij kan bijvoorbeeld de drager van die naam, kleur of geur een emotie oproepen die niets met de situatie in het nu te maken heeft en daardoor iets kunnen beinvloeden. Om het nog een stapje verder te brengen heeft iedereen ook zijn herinneringen op een andere manier opgeslagen. Sommigen hebben deze ervaringen ""achter zich gelaten" of "weggestopt", ook kan het zijn dat de ervaringen geklusterd zijn waardoor er zaken gekoppeld zijn die een nieuwe herinering maken. Al deze zaken beinvloeden dus hoe we reageren op een vergelijkbare situatie in het heden waar een herinnering getriggerd wordt. Hoe er mee om te gaan is een ander verhaal. Je zou kunnen zeggen dat ben ik maar de vraag is wie daar het meeste last van heeft. Bij een plezierige situatie is dit natuurlijk geen probleem maar ben je er van bewust dat je beslissingen neemt op basis van iets uit het verleden, "Klaas is te vertouwen", die wel eens niet waar kan zijn in het heden. In het geval je niet beinvloed wil worden door het verleden zou je gedissocieerd moeten zijn en van buiten jezelf naar de situatie moeten kijken.

Beslissingen

Beslissingen zijn nauw verwant aan de herinneringen. Beslissingen die we in het verleden genomen hebben bepalen de manier waarop we een beslissingen nu nemen. Zolang we niet evalueren of deze beslissing nog de goede beslissing is blijven we altijd hetzelfde doen in dezelfde situatie. Vaak weet men niet meer of dit een bewuste of onbewuste beslissing is die men in het verleden aangeleerd heeft. Aan de andere kant zijn een aantal beslissingen ook heel goed en zijn als er bijvoorbeeld een steen naar je hoofd gegooid wordt dat je bukt. Belangrijk is dat er een aantal van deze beslissingen geautomatiseerd zijn. Beslissingen gebaseerd op wat je in het verleden is "aangeleerd" kunnen beperkend werken terwijl ze helemaal niet waar hoeven te zijn. Bijvoorbeeld "je zult nooit leren rekenen" zal niet helpen om te gaan leren rekenen terwijl toen dat gezegd werd je misschien er nog niet aan toe was. Deze belemmerende beslissingen zijn de moeite waard om ze opnieuw te evalueren.

Metaprogramma's/Persoonlijkheids profiel

Metaprogramma's zijn onbewuste filters. Metaprogramma's geven aan hoe je zult reageren in een bepaalde situatie. Metaprofielen of persoonlijkheids profielen zijn vaak te horen in het taal gebruik. Dit is uitgebreid beschreven in de persoonlijkheidsprofielen.

Persoonlijkheidsprofiel:

Waarden en overtuigingen

Waarden en overtuigingen bepalen ook een heel groot deel van onze filtering. Als voorbeeld heeft iemand de waarde eerlijk en zal alles wat er gebeurt evaluren of het eerlijk is en daar zijn beslissing/reactie op afstemmen. Men heeft meestal meer dan 1 waarde of overtuiging en deze waarden en overtuigingen zijn hierarchisch gerangschikt. De waarden en overtuigingen kunnen wel verschillen in thuis, op het werk of op de sportclub. De overtuiging dat men bijvoorbeeld geen vreemde taal kan leren bepaald dan ook dat men hier negatief op reageerd en helemaal niet opnieuw evalueert of dit nog wel waar is.De waardes zijn uit te drukken in waarde woorden en geven waneer ze in volgorde naar belangrijkheid een inzicht hoe iemand zal beslissen/reageren in bepaalde situaties. Waarde woorden zijn bijvoorbeeld: Eerlijk, samen, uitdagend, veilig, bereiken, onafhankelijk. Probeer deze woorden te vinden. Je moet er wel op bedacht zijn dat bijvoorbeeld rijk wel een waardewoord lijkt maar dat er meer achter zit. Veel geld is niet wat je wilt bereiken maar wel bijvoorbeeld onbezorgd of onafhankelijk. Als je de waarde woorden ziet en bijvoorbeeld veilig neemt zal dat misschien wel een risico mijdend gedrag opleveren en in situaties altijd het veilige kiezen en geen risico's nemen terwijl iemand met bijvoorbeeld uitdagend als waarde wel risico's zal nemen. Probeer ongeveer 12 waarde woorden te verzamelen in een bepaalde context en zet ze in volgorde. De eerste 5 geven dan al een richting aan hoe gefilterd en dus beslist zal worden.

Attitude

Attitudes zijn verzamelingen van meningen, waarden en overtuigingen over een bepaald onderwerp. Personen met een positieve attitude zijn vaak te herkennen. Deze personen hebben meestal een goede werkhouding en zullen anderen inspireren. Personen met een negatieve attitude hebben dan ook niet zo'n goede werkhouding. Optimisme of pessimisme zijn ook attitudes met hun bijbehorende gedragingen. Attitudes zijn terug te vinden in hoe ze zich gedragen. Veranderingen op het niveau van attitude zijn vaak moeilijker dan op het nivo van waarden. Het is dan ook veel gemakkelijker om iemands waarden te veranderen dan iemands attitude. Vaak komt dat door het niveau van abstractie.

Gedrag

Al deze filters zullen uiteindelijk zorgen voor een interne afbeelding van wat de stimulie van buiten doet. Stemming en Fysiology bepalen dan het gedrag wat het gevolg is van deze stimulie. Als het dus zo is dat je filters van invloed zijn op hoe je zult reageren op een prikkel zou het dan niet interssant zijn om te weten hoe dit werkt. Probeer er achter te komen wat je waardes. overtuiging en attitudes zijn waardoor je beter zult begrijpen waarom jij zo reageert. De volgende stap zou kunnen zijn de waarden/overtuigingen van een ander te achterhalen om zo beter te begrijpen hoe de ander zal reageren.

Om beter te begrijpen hoe je communiceert heb ik ze in kleinere stapje opgedeeld:

Vorige Volgende