Het overtuigings kanaal is het best uit te leggen met een voorbeeld:
Vier vrienden zijn op vakantie geweest op een bounty strand op een tijdstip dat het daar ideaal was. Terug gekomen worden ze alle vier de zelfde vraag gesteld:
Hoe was je vakantie op het bounty strand?
De eerste antwoordde met het was daar prachtig, witte stranden, blauwe lucht, groene palmbomen, mooie gekleurde schelpen, je kon de vissen zien zwemmen, er vlogen veel mooie vogels in de meest schitterende kleuren in de lucht en er was zoveel meer te zien.
De tweede antwoordde met het was daar prachtig, de wind ruiste door de palmen, de zee maakte een kabbelend geluid en de vogels zongen het hoogste lied. Het gaf mij een indruk dat ik omgeven was door rustgevende geluiden.
De derde antwoordde met het voelde zo goed dat ik altijd wel op dat strand zou willen. De zon verwarmde mijn lichaam, maar ik kreeg het toch niet zo warm, want het briesje maakte dat ik me er prettig bij voelde.
De vierde antwoordde met we kwamen laat in de ochtend op het strand waarna we een plaatsje vonden onder de palmbomen. Daarna zijn we gaan zwemmen in de zee en toen we terug kwamen bij de palmbomen zijn we iets gaan drinken. Om een uur of twee zijn we iets gaan eten waarna we weer zijn gaan zwemmen.
Hetzelfde strand maar toch heel verschillende ervaringen.
De ervaringen zijn als je ze ingedeeld naar het voorkeurs overtuigings kanaal:
Visueel
De eerste is een visueel ingesteld persoon die zijn ervaringen opdoet met het zien van dingen. Visueel ingestelde personen "denken" in plaatjes en vanuit dat plaatje beschrijven ze hun ervaringen. Generaliserend praat een visueel ingesteld persoon snel, bovenuit de borst en aan de hoge kant wat toonhoogte betreft. Ook de woorden die gebruikt worden hebben iets te maken met zien, kijken, kleuren, schitteren, ...
Auditief
De tweede is een auditief ingesteld persoon die zijn ervaringen opdoet met wat hij hoort. Deze personen hebben iets met geluid en zijn dan ook vaak te vinden onder de muzikanten. Herkenbaar is meestal de welluidende manier van praten en de woordkeuze waarbij horen , luisteren, harde tonen, schel klinken, .... voorkomen.
Kinesthetisch
De derde persoon is een kinestheet die op zijn gevoel afgaat. Opvallend is de manier waarop een beslissing gemaakt wordt. "Het moet goed voelen" is belangrijk voor een kinestheet. In tegenstelling tot de visueel ingestelde persoon praat een kinestheet langzaam en vanuit zijn buik. Ook ziet men vaak dat als men iets zegt dit eerst naar de "buik" gestuurd wordt en dan pas een antwoord komt. Dit ziet men ook aan de ogen die naar beneden gaan als er een vraag gesteld wordt. Woordkeuzes van een kinestheet zijn voelen, ... Voor het gemak worden de mensen die ruiken en proeven ook onder de kinestheten geschaard maar verdienen toch aandacht als je zo iemand tegenkomt.
Auditief-digitaal
De vierde persoon is auditief-digitaal ingesteld en denkt in volgordes en heeft veel eigenspraak. Iedereen zegt wel eens iets tegen zichzelf (vaker als gedacht wordt) maar bij een auditief-digitaal ingesteld persoon is dit een opvallende eigenschap.
Als dit de hoofdgroepen zijn is het wel zo dat deze eigenschappen context afhankelijk zijn zodat er in verschillende situaties verschillende overtuigingen kanalen kunnen zijn. Ook is het zo dat men meerdere overtuigingen kanalen kan hebben of combinaties ervan.
Dit nu wetende komt de vraag "wat kan ik ermee?". Wanneer je met iemand communiseert met hetzelfde overtuigingen kanaal lijkt het wel of de communicatie erg makkelijk gaat. Je gebruikt dezelfde woorden en begrippen en je zit op dezelfde "snelheid" . Kortom het gaat makkelijk. Maar hoe vaak bent u iemand tegengekomen en het communiseren ging veel moeizamer. Terugdenkend aan het bovenstaande zou het niet mogelijk zijn dat de overtuigingen kanalen verschillend waren? De visueel ingestelde persoon ratelde maar door terwijl de kinestheet nog over de eerste zin aan het nadenken was? Zou het dan niet makkelijker communiseren wanneer u weet wat u bent en eenvoudig de voorkeurs overtuigingen kanalen van de ander kunt achterhalen?
Om nu te herkennen wat het overtuigingen kanaal is zou je een paar specifieke vragen kunnen stellen of op het taalgebruik/gedrag kunnen letten. Om dit nu te kunnen herkennen we de volgende items:
Om achter iemands overtuigings kanaal te komen zou je de volgende vragen kunnen stellen?
Uit de antwoorden kun je het overtuigings kanaal achterhalen door op de woorden te letten die in de verschillende categorieën horen.
In het taal gebruik is te herkennen wat het overtuigingen kanaal is
Visueel
Hierbij zul je kunnen horen:
In het algemeen zal iemand die visueel ingesteld is woorden gebruiken die met zien, kijken,beelden te maken hebben.
Auditief
Bij een auditief overtuigingen kanaal zou je het volgende kunnen horen:
In het algemeen zal iemand die auditief ingesteld is woorden gebruiken die met horen, luiteren of geluid te maken hebben.
Kinesthetisch
Bij een kinesthetisch overtuigingen kanaal is het volgende te horen:
In het algemeen zal iemand die kinesthetisch ingesteld is woorden gebruiken die met voelen, ervaren, doen, meemaken of beleven te maken hebben.
Auditief-digitaal
Hierbij zou je het volgende kunnen horen:
In het algemeen zal iemand die auditief/digitaal ingesteld is woorden gebruiken die met bestuderen, volgorde, lezen of gegevens te maken hebben.
Ook aan het gedrag zou je kunnen afleiden wat het overtuigingen kanaal is. Dit zijn natuurlijk generalisaties maar kunnen wel een indruk geven of ondersteunend zijn aan de andere observaties.
Visueel
Personen met een visueel overtuigingskanaal hebben praten meestal snel en hoog uit de keel. Dit komt omdat ze in beelden denken en die omschrijven en daar veel woorden voor nodig hebben. Ook de ogen vertellen iets over het overtuigingen kanaal. Hierbij is bij visueel ingestelde mensen opvallend dat ze omhoog kijken. Hierbij moet wel de opmerking gemaakt worden dat als er een gevoelsvraag komt er best wel eerst naar beneden gekeken kan worden maar toch omhoog kijkend zal eindigen.
Auditief
Personen met een auditief overtuigingskanaal hebben praten meestal welluidend en vinden dat het goed moet klinken. Het geluid komt boven uit de borst. Ze praten iets langzamer dan de visueel ingestelde maar sneller dan de kinestheet. Ook de ogen vertellen iets over het overtuigingen kanaal. Hierbij is bij auditief ingestelde mensen opvallend dat ze opzij kijken. Hierbij moet wel de opmerking gemaakt worden dat als er een gevoelsvraag komt er best wel eerst naar beneden gekeken kan worden maar toch opzij kijkend zal eindigen.
Kinesthetisch.
Personen met een kinestetisch overtuigingskanaal hebben praten meestal langzaam en uit de buik,. Als je met ze praat kan het voorkomen dat ze de ogen neerslaan.kontact zoeken met hun gevoel en vandaaruit antwoorden. Ook de ogen vertellen iets over het overtuigingen kanaal. Hierbij is bij kinesthetisch ingestelde mensen opvallend dat ze naar links omlaag kijken. Hierbij moet wel de opmerking gemaakt worden dat als er een kijkvraag komt er best wel eerst naar boven gekeken kan worden maar toch links naar beneden kijkend zal eindigen.
Auditief-digitaal
Personen met een auditief-digitaal overtuigingskanaal hebben praten meestal in volgordes. Ook de ogen vertellen iets over het overtuigingen kanaal. Hierbij is bij auditief-digitaal ingestelde mensen opvallend dat ze rechts omlaag kijken. Hierbij moet wel de opmerking gemaakt worden dat als er een kijkvraag komt er best wel eerst naar boven gekeken kan worden maar toch rechts naar beneden kijkend zal eindigen.
Om de communicatie naar personen met een visueel, auditief, kinesthetisch of auditief-digitaal overtuigings kanaal zo optimaal te laten velopen is het het beste om ook dezelfde overtuigings kanalen te gebruiken als de ander. mogelijkheden zijn:
Visueel
Om deze personen zo goed mogelijk te bereiken zou je het volgende kunnen gebruiken:
Het meest optimale is de woorden, zinnen te gebruiken van de ander. Als dit niet voldoende is zou je ook de visuele submodaliteiten kunnen gebruiken.
Auditief
Om auditief ingestelde personen zo goed mogelijk te bereiken zou je het volgende kunnen gebruiken:
Het meest optimale is de woorden, zinnen te gebruiken van de ander. Als dit niet voldoende is zou je ook de auditiefe submodaliteiten kunnen gebruiken.
Kinesthetisch
Om kinestetisch ingestelde personen zo goed mogelijk te bereiken zou je het volgende kunnen gebruiken:
Het meest optimale is de woorden, zinnen te gebruiken van de ander. Als dit niet voldoende is zou je ook de kinestetische submodaliteiten kunnen gebruiken.
Auditief-digitaal
Om auditief-digitaal ingestelde personen zo goed mogelijk te bereiken zou je het volgende kunnen gebruiken:
Het meest optimale is de woorden, zinnen te gebruiken van de ander. Als dit niet voldoende is zou je ook de auditief-digitale submodaliteiten kunnen gebruiken.
Visueel | Auditief | Kinestetisch | Auditief-digitaal |
Denkt in beelden Praat snel Leert vooral door visuele informatie Praat hoog uit de keel Staat rechtop met hoofd omhoog | Denkt in geluiden Praat ritmisch Leert vooral door gesproken woord Praat uit het middenrif Staan een beetje ertussenin of in de telefoonhouding | Denkt in gevoelens en beweging Praat Langzaam Leert vooral door doen en voelen Praat uit de buik Staan met hoofd en schouders meer naar beneden | Denkt in informatie, volgordes geen bijzonderheden Leert door geschreven informatie Geen bizonderheden Heeft zijn armen over elkaar gekruisd |
Bij de rollen die de personen hebben met de verschillende overtuigings kanalen is dit zeer van belang. Generaliserend zijn veel mensen uit de zorg kinestetisch. Mensen uit de techniek zijn daarentegen vaak visueel ingesteld. Mensen uit de muziek zijn meestal auditief. Mensen die veel met informatie omgaan zijn vaak auditief-digitaal. Deze indeling is heel ongeveer omdat er meestal een voorkeurs overtuigingen kanaal is en een tweede en derde vlak daarachter. Ook is dit context afhankelijk.
Om jezelf te leren kennen kan je persoonlijkheids profiel achterhaald worden. Dit persoonlijkeidsprofiel bestaat niet alleen uit het overtuigings kanaal. Er zijn er nog 15 andere eigenschappen die het communiceren eenvoudiger maken. Met de kennis van het persoonlijkheids profiel is het ook mogelijk om beter te kunnen communiceren met personen waar het voorheen moeizaam mee ging. Als je je wilt aanpassen aan het profiel van de ander wordt het communiceren nog makkelijker. Jij hebt namelijk nu die mogelijkheid om je aan te passen.
Persoonlijkheids profiel: