Globaal
Personen die globaal zijn denken in het grote plaatje en kunnen het grote geheel overzien. Ze praten en denken in hoge abstracties en generalisaties. Ze begrijpen/verwerken de informatie in grote chunks Omdat ze het geheel overzien kunnen ze dit ook in een willekeurige volgorde presenteren. Deze personen denken meestal ook over de lange termijn en kunnen problemen in hun context plaatsen waarbij ze de patronen kunnen herkennen.. Deze personen zijn snel verveeld met de details en laten deze graag aan anderen over.
Globaal naar specifiek
Personen die globaal naar specifiek zijn zullen starten met het grote plaatje en dan inzoomen op de details. Dit wordt ook wel de top down benadering genoemd.
Specifiek naar globaal
Personen die specifiek naar globaal zijn zullen beginnen met de details en dan naar het grote geheel kijken. Bottom up benadering.
Specifiek
Specifieke personen denken in details en zullen eerst alles moeten weten voordat ze kunnen starten. Het grotere geheel is moeilijk te zien. Deze personen denken in kleine chuncks en voorzien de hoofdzaken van bijzaken zonder de hoofdzaken te zien. Over het algemeen hebben deze personen een kleine en korte focus en hebben graag precieze opdrachten. Deze personen concentreren ze zich in de details en verliezen het doel van het project uit het oog. Hierbij vinden ze globale personen vaag en kunnen daar niets mee zonder zich te realiseren dat je eerst een plan moet hebben voordat je aan de details kan gaan werken.
Wat bedoelen we met chunks. Uitgaande van: Ik wil Limonade:
Om nu te herkennen wat het gezichtsveld of chunk grote is zou je een paar specifieke vragen kunnen stellen of op het taalgebruik/gedrag kunnen letten. Om dit nu te kunnen herkennen zijn er de volgende items:
Er zijn een aantal vragen die je zou kunnen stellen die inzicht geven in het gezichtsveld/chunk grote van iemand.
Door te luisteren kun je het gezichtsveld/ chunk grote eruit halen.
Globaal
Bij die personen die globaal of globaal naar specifiek zijn spreken over het totale plaatje en hebben daardoor weinig inhoud. Deze personen zien wel het bos maar niet de bomen. Dit is verreweg de grootste groep waarvan ongeveer 60% globaal is. Wanneer je een globaal persoon vraagt: "hoe was de film?" kun je een antwoord verwachten van "goede thriller, een stuk beter dan de laatste die ik gezien had"
Woorden die gebruikt worden zijn: Overzicht, de grote lijnen, in een notendop, over het algemeen, abstract, dit is het grote plaatje, het enige wat je hoeft te weten is,...
Specifiek
Bij de personen die specifiek of specifiek naar globaal zijn beschrijven alles in details. Deze personen zien wel de bomen maar niet het bos. De personen die specifiek naar globaal vertegenwoordigen 25%.. De detaillisten onder ons zijn 15% van het totaal. Wanneer je een specifiek persoon vraagt: "hoe was de film?" kun je een antwoord verwachten over alle karakters en hoe het verhaal was, de kleuren die gebruikt zijn, het landschap op de achtergrond en eigenlijk wel uren door kunnen gaan met alle details van de film.
Woorden die gebruikt worden zijn: Precies, specifiek, volgens schema, ten eerste, ten tweede, vervolgens, de details zijn belangrijk, laat me eerst de achtergrond geven, puntjes op de i zetten,o ..
Lateraal
De laterale categorie die niet zo vaak voorkomt denkt in analogieën, verhaaltjes, slogans, raadseltjes.
Het gedrag van een globaal persoon verschilt ten opzichte van een specifiek persoon.
Globaal
Globale personen praten in een willekeurige volgorde en in algemene termen en heeft moeilijkheden in het geconcentreerd blijven wanneer het gaat over de details. Dit kan zich uiten in dat de globale persoon zich daar aan ergert of andere dingen erbij gaat doen die er niets mee te maken hebben. Voorbeelden zijn rondkijken, alvast zijn/haar telefoon pakken en de boodschappen lezen. Globale mensen die wanneer ze eerst de details te horen krijgen zullen niet luisteren totdat ze eerst het grote plaatje begrepen hebben
Specifiek.
Specifieke personen starten altijd vanuit een bepaald gedeelte en bouwen van daaruit het verhaal op, wanneer onderbroken zullen ze geneigd zijn weer bij het begin te beginnen. Ook willen ze alle details geven anders zijn ze bang dat je het niet begrepen hebt. Deze personen zullen alle details nodig hebben om het totale plaatje te kunnen begrijpen. Specifieke mensen zullen ook eerst de gebruiksaanwijzing helemaal doorlezen. Werkzaamheden zullen gezien worden als een serie van kleine taken.
Eigenschappen
Globaal | Specifiek |
Gericht op het grote geheel Hoge abstractie Lange termijn Ruime focus Generaliseert Moeite met details Informatie in grote chunks |
Gericht op details Lage abstractie Moeite met creeen van overzicht Heeft gedetailleerde instructies nodig Korte focus Informatie in kleine chunks
|
Voor een aantal rollen is het globaal of specifiek zijn belangrijk. Meestal zijn politici, managers globaal terwijl boekhouders, ontwerpers specifiek zijn.
Politicus (globaal): We gaan de CO2 uitstaat verminderen! (globale uitspraak maar zegt niets over hoe, hoeveel, wanneer.
Architect (globaal -> specifiek -> globaal): Eerst het grote plaatje van hoe het er uit ziet en daarna de details van deuren, ramen, kranen enz.
Boekhouder (specifiek): Ik kan pas de jaarrekening opmaken als ik alle gegevens heb. (moet alle details weten anders kan hij/zij niet functioneren.
Ontwerper (specifiek): Ik moet eerst alles weten voordat ik dit kan gaan beginnen met dit ontwerp.
Deze eigenschappen passen goed op de rol die iemand vervult maar het is ook omkeerbaar. Je zou voor als je iemand die rol geeft en gezichtsveld/chunk grote een belangrijke eigenschap is deze eigenschap ook kunnen testen. (een globale boekhouder zou wel eens niet zo verstandig kunnen zijn). Om hierachter te komen is kun je je persoonlijkheidprofiel achterhalen. Niet alleen deze eigenschap is belangrijk voor een rol maar het is een combinatie van eigenschappen die de geschiktheid bepaalt.